Comme à Sirault, Thieulain a conservé son titre au Grand Prix d’Ath devant Kerksken
Comme en 2017, Thieulain s’adjuge le 71e Grand Prix d’Ath quelques jours après en avoir fait de même avec le tournoi de Thieulain. A chaque fois devant Kerksken. De bon augure avant le championnat ? Les « Canaris » pourront en tout cas compter sur un très régulier et puissant Nicolas Becq, qui a reçu la « Balle d’Argent » de meilleur joueur de la journée…
Toujours handicapé par les blessures de Thomas Piérard et de Grégory Van Impe, Baasrode ne se faisait guère d’illusion face à un Kerksken qui respire la confiance. Et pour confirmer cela, le départ raté à 3-0 venait confirmer cette impression d’impuissance de la part des « Assurés ». Monnier prenait le meilleur sur Cassart dans le jeu d’ouverture puis De Winter (3 larges) et Joos (2) facilitaient la tâche alostoise. Si Joos et C. De Vits trouvaient le chemin des perches, celle de Monnier indiquait 40-30 mais Joos s’illustrait au contre-rechas avant que De Moor ne force Nantel à la faute à 40-40 : 3-1.
Baasrode retrouvait des couleurs en menant encore 40-0 via, notamment, deux rechas outre de Joos, mais D. De Vits redressait et à 40-40, Joos décordait son rechas. D’autant plus rageant pour les Hammois que, dans la foulée, Monnier fautait par deux fois au tamis pour offrir son jeu (4-2), mais Kerksken se rassurait directement en prenant deux jeux blancs. De Winter rajoutait trois livrées fautives à ses trois initiales tandis que Dochier fouettait les perches depuis le tamis avant de finir le travail à la frappe.
A 6-2, le suspense n’était évidemment plus de mise. De Moor livrait outre mais aussi deux fois dans le public pour sceller les débats à 7-2.
En seconde demi-finale, Thieulain et Ogy ont offert un duel plus animé que lors du face-à-face flandrien. Bracke déflorait la marque mais deux livrées de Wattier et un bon passage de Metayer dans le tamis remettaient les Leuzois aux commandes. Sentant le danger lessinois, Dumoulin s’appliquait pour servir une balle molle à Wattier pour une chasse à mi-trapèze et quand Becq forçait Ghislain à la faute à nouveau à 40-40, le marquoir indiquait un cinglant 4-1.
La frappe ogycienne n’avait pas son rendement habituel. Un lien de cause à effet ? Toujours est-il que Dubart céda sa place à Mauroit, plaçant Wattier au fond du jeu et Bracke au grand-milieu. Après 5-1, Ogy retrouvait des couleurs dans le rectangle, via notamment Ghislain. Wattier parvenait à tromper la vigilance de Becq à 40 à 2 avant que Metayer ne foire son passage dans le tamis (3 larges) : 5-3. Ensuite, tout aurait pu être relancé mais Ogy, revenant par deux fois de 15-40 à 40 à 2 ne pouvait conclure dans les deux jeux suivants: Delbecq trouvait les perches dans le premier et Birlouet livrait une courte scellant la qualification de Thieulain au terme du second.
En finale, Metayer déflorait la marque d’entrée de jeu, mais Vandenabeele restait dans son tamis pour concéder l’égalisation. Après un jeu blanc de Dochier (3 livrées outre), Brassart et Charloteaux fautaient à trois reprises dans le carré de service avant que Metayer n’enfonce le clou : 2-4 !
Nantel et Dochier rassuraient les leurs (4-4) et Brassart confirmait. Charloteaux ne trouvait toujours pas ses marques à la livrée et Nantel, à la frappe. Cela n’empêcha pas Kerksken de mener 5-4 et encore 6-5, malgré un régulier Becq en face. Deux outres de Delbecq offraient un jeu blanc à Vandenabeele, si bien qu’à 6-6, ledit Delbecq sortait de son tamis avec 15 d’avance et deux chasses. Becq décordait pour la première, Brassart en faisait de même sur un contre-rechas pour la seconde. Dochier livrant ensuite par deux fois hors des limites, Thieulain pouvait laisser éclater sa joie…
LES TROIS LUTTES
Kerksken – Baasrode 7-2
Thieulain – Ogy 7-3
Kerksken – Thieulain 6-7
LES ÉQUIPES
- Aubert a aligné:
Kerksken: D. De Vits (Charloteaux en finale) et Monnier; Brassart, Dochier et Nantel.
Baasrode: De Winter et C. De Vits; De Moor, Joos et W. Cassart.
Thieulain: Vandenabeele et Delbecq; Dumoulin, Metayer et Becq (6e : Gossuin).
Ogy: Birlouet et Bracke; Ghislain, Wattier et Dubart (Mauroit à 4-1).
LE TECHNIQUE
> Kerksken 7 jeux (32 «quinze», perd 1 jeu de 40) bat Baasrode 2 jeux (18 «quinze», perd 2 jeux de 40 et 2 jeux blancs). Balles outres. – Au rechas: Joos 4; C. De Vits, Dochier, Monnier et Nantel 1. À la livrée: Dochier 4; De Moor 1. Livrées mauvaises: De Winter 6; De Moor, Joos et Monnier 2; Cassart et C. De Vits 1.
> Thieulain 7 jeux (35 «quinze», perd 1 jeu de 40) bat Ogy 3 jeux (26 «quinze», perd 4 jeu de 40 et 1 jeu blanc). Balles outres. – Au rechas: Delbecq et Metayer 3; Ghislain 2; Bracke, Dumoulin, Mauroit et Wattier 1. Livrées mauvaises: Metayer 3; Bracke et Wattier 2; Becq, Birlouet, Dubart, Dumoulin, Mauroit et Vandenabeele 1. Courte: Birlouet 1.
> Thieulain 7 jeux (36 «quinze», perd 1 jeu de 40 et 1 jeu blanc) bat Kerksken 6 jeux (30 «quinze», perd 1 jeu de 40 et 3 jeux blancs). Balles outres. – Au rechas: Metayer 3; Becq, Delbecq et Monnier 2; Brassart, Dochier et Nantel 1. À la livrée: Dochier 3. Livrées mauvaises: Charloteaux 4; Brassart, Dochier et Metayer 3; Delbecq, Monnier et Vandenabeele 2. Courte: Vandenabeele 1.
Eric de Boer
Net als in Sirault behoudt Thieulain ook zijn titel op de Grote Prijs van Aat ten nadele van Kerksken
Net als in 2017, eigent Thieulain zich de 71ste Grote Prijs van Aat toe enkele dagen nadat het dit al deed in Sirault. Beide keren ten nadele van Kerksken. Een goed voorteken net voor het kampioenschap? De « Kanaries » zullen in elk geval kunnen rekenen op een erg regelmatige en krachtige Nicolas Becq, die de « Zilveren Bal » van beste speler van de dag mocht ontvangen …
Omwille van de nog altijd geblesseerde spelers Thomas Piérard en Gregory Van Impe maakte Baasrode zich weinig illusies tegen een Kerksken dat veel vertrouwen uitstraalt. En de gemiste start van 3-0 bevestigde deze indruk van machteloosheid bij « V.A. ». Monnier haalde het van Cassart in het openingsspel en De Winter (3 ballen buiten) en Joos (2) vergemakkelijkten de Aalsterse opdracht. Joos en C. De Vits vonden de weg tussen de staken en Monnier zorgde op dezelfde manier voor 40-30 maar Joos excelleerde op de terugslag alvorens De Moor ervoor zorgde dat Nantel in de fout ging op 40-40: 3-1.
Baasrode kende een betere periode door 40-0 voor te komen via, met name, twee overgekeerde ballen van Joos, maar D. De Vits bracht de stand op 40-40, waarna Joos buiten keerde. Dit was echt balen voor de mannen van Hamme aangezien Monnier in het daaropvolgende spel twee keer in de fout ging in het opslagvak en zo zijn spel weggaf (4-2). Maar Kerksken stelde onmiddellijk orde op zaken door twee blanco opslagspelletjes te winnen. De Winter voegde nog drie buiten geleverde ballen aan zijn eerste drie toe terwijl Dochier wel tussen de staken leverde en in de terugslag het werk afmaakte.
Op een stand van 6-2 was de spanning natuurlijk uit de wedstrijd verdwenen. De Moor leverde twee ballen over maar ook twee maal in het publiek om de debatten af te sluiten op 7-2.
In de tweede halve finale zorgden Thieulain en Ogy voor een meer geanimeerd duel dan de twee Vlaamse ploegen. Bracke opende de score maar twee opslagen van Wattier en een goede passage van Metayer in het opslagvak brachten de mannen van Leuze opnieuw aan de leiding. Dumoulin voelde het Lessen gevaar en zette zich door om een zacht balletje aan Wattier te leveren voor een kaats halverwege het trapezium en toen Becq opnieuw op 40-40 Ghislain in de fout dwong stond de 4-1 op het scorebord.
Het terugslagcompartiment van Ogy rendeerde niet zoals gewoonlijk en Dubart stond zijn plaats af aan Mauroit, Wattier nam de positie van achterman in en Bracke kwam op groot midden. Na de 5-1 kende Ogy een betere periode in de rechthoek, via met name Ghislain. Wattier kon Becq verschalken op 40 gelijk en Metayer ging de mist in in het opslagvak (3 ballen buiten): 5-3. Daarna kon het nog alle kanten uit maar Ogy, dat twee keer terugkwam van 15-40 naar 40 gelijk kon niet besluiten in de volgende twee spelletjes: Delbecq keerde tussen de staken in het eerste en Birlouet leverde de bal te kort op het einde van het tweede en zorgde zo voor de kwalificatie van Thieulain.
In de finale ging Metayer sterk van start maar Vandenabeele bleef staan in het opslagvak en moest de gelijkmaker toestaan. Na een blanco spel van Dochier (3 ballen over geleverd), gingen Brassart en Charloteaux tot drie keer in de fout bij de opslag waarna Metayer sterk doorging: 2-4 !
Nantel en Dochier behielden hun spel (4-4) en Brassart bevestige. Charloteaux vond nog altijd zijn draai niet bij de opslag, net als Nantel bij het keren. Dit weerhield Kerksken er niet van om 5-4 en 6-5 te leiden, ondanks een erg regelmatige Becq aan de overkant. Twee ballen over van Delbecq bezorgden een blanco spel aan Vandenabeele, en op 6-6 verliet dezelfde Delbecq het opslagvak met 15 voor en twee kaatsen. Becq ging in de fout voor de eerste, Brassart deed hetzelfde op een terugslag voor de tweede. Dochier leverde vervolgens tweemaal buiten en Thieulain kon beginnen vieren …
DE DRIE WEDSTRIJDEN
Kerksken – Baasrode 7-2
Thieulain – Ogy 7-3
Kerksken – Thieulain 6-7
DE PLOEGEN
Scheidsrechter Aubert
Kerksken: D. De Vits (Charloteaux in de finale) en Monnier; Brassart, Dochier en Nantel.
Baasrode: De Winter en C. De Vits; De Moor, Joos en W. Cassart.
Thieulain: Vandenabeele en Delbecq; Dumoulin, Metayer en Becq (6de : Gossuin).
Ogy: Birlouet en Bracke; Ghislain, Wattier en Dubart (Mauroit op 4-1).
TECHNISCHE GEGEVENS
> Kerksken 7 spelletjes (32 «vijftienen», verliest 1 spel van 40) verslaat Baasrode 2 spelletjes (18 «vijftienen», verliest 2 spelletjes van 40 en 2 blanco spelletjes). Ballen over – Bij het keren: Joos 4; C. De Vits, Dochier, Monnier en Nantel 1. Bij de opslag: Dochier 4; De Moor 1. Buiten geleverd: De Winter 6; De Moor, Joos en Monnier 2; Cassart en C. De Vits 1.
> Thieulain 7 spelletjes (35 «vijftienen», verliest 1 spel van 40) verslaat Ogy 3 spelletjes (26 «vijftienen», verliest 4 spelletjes van 40 en 1 blanco spel). Ballen over. – Bij het keren: Delbecq en Metayer 3; Ghislain 2; Bracke, Dumoulin, Mauroit en Wattier 1. Buiten geleverd: Metayer 3; Bracke en Wattier 2; Becq, Birlouet, Dubart, Dumoulin, Mauroit en Vandenabeele 1. Te kort geleverd: Birlouet 1.
> Thieulain 7 spelletjes (36 «vijftienen», verliest 1 spel van 40 en 1 blanco spel) verslaat Kerksken 6 spelletjes (30 «vijftienen», verliest 1 spel van 40 en 3 blanco spellen). Ballen over. – Bij het keren: Metayer 3; Becq, Delbecq en Monnier 2; Brassart, Dochier en Nantel 1. Bij de opslag: Dochier 3. Buiten geleverd: Charloteaux 4; Brassart, Dochier en Metayer 3; Delbecq, Monnier en Vandenabeele 2. Courte: Vandenabeele 1.
Eric de Boer